Uw bedrijf,
onze energie.
Enilive oilproducts
News

Innovaties in smering door de eeuwen heen

01 april 2025, 10:00

Innovaties in smering door de eeuwen heen
De geschiedenis van smeermiddelen gaat duizenden jaren terug en laat de vindingrijkheid van de mensheid zien bij de aanpak van problemen als wrijving, slijtage en machine-efficiëntie.  Smeermiddelen zijn een bijna onzichtbaar maar essentieel onderdeel van onze samenleving en hebben een systemische invloed op de efficiëntie van productieprocessen en mobiliteit.

De eerste mensen ontdekten waarschijnlijk dat het gemakkelijker was om boomstammen te verplaatsen zonder schors omdat het sap uit het hout voor een natuurlijke smering zorgde.1 Algemeen aangenomen wordt dat ze water gebruikten in rol- en schuifmechanismen.  Zo gebruikten de oude Egyptenaren water als smeermiddel bij het transport van zware stenen, wat te zien is op schilderijen uit Saqqara (circa 2400 voor Christus) en El-Bersheh (circa 1800 voor Christus). 2

Door de uitvinding van het wiel en de as nam de behoefte aan smering toe.  Er zijn aanwijzingen dat calciumzeep voor het eerst is gebruikt in de wielen en assen van Egyptische strijdwagens. Verdere innovatie vond plaats in China, waar wrijvingsverminderende mengsels van plantaardige oliën en lood werden ontwikkeld.  De eerste historische vermelding van het gebruik van reuzel als smeermiddel voor assen is opgetekend door Plinius de Oudere in zijn werk *Naturalis Historia* 3.

Aangenomen wordt dat de Vikingen in de late ijzertijd walvisolie gingen gebruiken om de scharnieren en roerassen van hun zeilen te smeren 4. In de middeleeuwen gebruikte men basisvetten voor verschillende toepassingen, waaronder watermolens en het onderhoud van gereedschap.

De industriële revolutie bracht aanzienlijke vooruitgang in de verwerking van aardolie, met name door de uitvinding van vacuümdestillatie in 1866.  Dit betekende de verschuiving naar aardolie als belangrijkste bron voor smering. Geraffineerde oliën leverden betere prestaties voor stoommachines en industriële machines.

In de 20e eeuw kende de smeermiddelenindustrie talrijke doorbraken, vooral met de ontwikkeling van oplosmiddel-raffinagetechnieken en additieven. Bij raffinage met oplosmiddelen worden de meeste aromaten en ongewenste bestanddelen uit oliedistillaten verwijderd door vloeistofextractie. Additieven daarentegen zijn chemische verbindingen die de prestaties van basisoliën verbeteren.  Afhankelijk van de formulering kunnen deze additieven antioxiderende, schuimwerende, corrosiewerende of reinigende eigenschappen hebben. Deze innovaties leidden in 1950 tot de introductie van synthetische smeermiddelen en biologisch afbreekbare materialen.  Synthetische smeermiddelen presteerden beter dan natuurlijke oliën op het gebied van extreme temperaturen en duurzaamheid, waardoor ze voldeden aan de toenemende eisen van de auto-, luchtvaart- en ruimtevaartindustrie.

Verdere vooruitgang werd gekenmerkt door de introductie van technologieën voor hydroprocessing en hydromerisatie. Hydroprocessing maakt gebruik van technieken zoals hydrobehandeling, waarbij waterstof aan de basisolie wordt toegevoegd bij temperaturen boven de 315°C en drukken boven de ca. 34,5 bar in aanwezigheid van een katalysator. Dit verwijdert onzuiverheden, stabiliseert de meest reactieve componenten in de basisolie, verbetert de kleur en verlengt de levensduur van de basisolie.  Aan de andere kant zet hydro-isomerisatie een molecuul om in verschillende isomeren in de aanwezigheid van waterstof en een katalysator, wat resulteert in een basisolie van hoge kwaliteit.

De wereldwijde groei in de 21e eeuw, aangejaagd door innovatie in duurzame en digitale technologieën, heeft geleid tot de behoefte aan voortdurende vooruitgang op het gebied van servitisatie, herraffinage en biogebaseerde smeermiddelen.  Verdere ontwikkelingen op het gebied van biogebaseerde metaalbewerkingsvloeistoffen, motoroliën voor schepen in warme klimaten of het op afstand regelen van additieven en verbruik zijn enkele voorbeelden van vindingrijkheid en het streven naar verbetering.
 
  1. Anderson, K.J. A History of Lubricants. MRS Bulletin 16, 69 (1991). https://doi.org/10.1557/S0883769400055895
  2. Michael Nosonovsky, Oil as a Lubricant in the Ancient Middle East, Tribology Online, 2007, Deel 2, Uitgave 2, Pagina’s 44-49, Verschenen op J-STAGE 15 april 2007, Online ISSN 1881-2198, https://doi.org/10.2474/trol.2.44, https://www.jstage.jst.go.jp/article/trol/2/2/2_2_44/_article/-char/en
  3. Pliny de Elder, Historia Naturalis, Boek XXVII, Hfd. 37 – The various uses of fat and observations upon it
  4. Hennius, Andreas, Ljungkvist, John, Ashby, Steve orcid.org/0000-0003-1420-2108 et al. (Nog 5 auteurs) (2022) Late Iron Age Whaling in Scandinavia. Journal of Maritime Archaeology. ISSN 1557-2293 https://doi.org/10.1007/s11457-022-09349-w

  Back to top